Houston, we still got a problem… In de (bijna) gelijknamige derde aflevering van de serie over de vraag ‘Waarom veranderen we (niet)?’ schreef ik over de rol van bewustzijn in het ervaren van verandering. En hoe recent wetenschappelijk onderzoek meer en meer wijst op de bijzondere conclusie dat ons bewustzijn niet zomaar een materialistische oorsprong kent. Met andere woorden: hoe hard we ook zoeken met de nieuwste meetapparatuur, het bewustzijn is niet te vinden in onze hersenen. In deze vierde en laatste aflevering in de serie ‘Nemen we voldoende tijd voor verandering?’, over de relatie tussen tijd en verandering, is er reden om dit grotendeels onontgonnen terrein verder te verkennen. Het is het bewustzijn – het liefst collectief – wat we nodig hebben om op zes tempolagen tegelijkertijd te acteren.
Als je over de Afsluitdijk rijdt, zie je het gevaarte in de verte al staan. Bijna 26 meter hoog kijkt de hurkende man uit over het IJsselmeer. Een wirwar van stalen elementen die, zeker van een afstand, onmiskenbaar een lichaam vormt. Het is in Nederland het bekendste werk van kunstenaar Antony Gromley: Exposure1. In al zijn werken staat het menselijk lichaam centraal. Niet als object, maar het lichaam als “plek om in te leven”2. Neem bijvoorbeeld het fascinerende Expansion Field (2014) dat je nog tot en met september 2022 kunt zien in Museum Voorlinden te Wassenaar). Iedere sculptuur van dit werk is gebaseerd op de lichaamsmassa van de kunstenaar, doorvertaald naar gestapelde en uitpuilende blokken waardoor het lijkt alsof de lichamen geleidelijk in alle dimensies uitdijen. Ze zijn, aldus Gromley, gevuld met “dezelfde duisternis die in ieder van ons bestaat: de duisternis van het lichaam die daar altijd is wanneer we onze ogen sluiten, met dezelfde oneindige expansie als het heelal dat ‘s avonds aan de hemel te zien is”.3
Het is een ervaring op zichzelf om door het werk te lopen. Als je maar lang genoeg kijkt gaan die massieve objecten vanzelf bewegen naar alle kanten. Als ware het mini universums daar in de zaal van het museum. Het is een kleine stap om je, al is het voor eventjes, verbonden te voelen met iets onvoorstelbaars, zo oneindig en duister als het universum waar het werk grotendeels op geïnspireerd is. Maar meer dan een gedachtesprong van de kunstenaar is het niet, toch? We zijn toch iets wezenlijks anders dan die omgeving om ons heen?

Meer en meer wetenschappers en filosofen onderzoeken met een nieuwe blik het ‘mind-matter problem’. Met andere woorden, het vraagstuk en debat over de relatie tussen bewustzijn in de menselijke geest (mind) enerzijds en de hersenen als onderdeel van het fysieke lichaam (matter) anderzijds. Er is hernieuwde interesse in het vraagstuk omdat blijkt dat het bewustzijn hoe goed we ook zoeken niet te vinden is in de hersenen. Wetenschappers uit verschillende hoeken zoeken naar alternatieve verklaringen. Zo ook fysicus Massimiliano Sorrentino en filosofe Daniela Panighetti in hun fantastische drieluik (14, 25, 36) voor de Essentia Foundation.
The sky is not the limit
Sorrentino en Panighetti onderzoeken stap voor stap of het mogelijk zou zijn dat het bewustzijn op z’n minst vier miljard jaar oud is. Inderdaad, toen er de eerste vormen van leven ontstonden op de aarde. Langs een aantal parallellen tussen hoe onze hersenen en ons lichaam werkt enerzijds en hoe de atmosfeer van de aarde werkt anderzijds, maken de twee Italianen het op z’n minst aannemelijk en niet te verwerpen dat – houd je vast – ons brein een kleinere versie is van het atmosferische systeem van de aarde. En dat – zit je nog? – het leven is ontstaan door de combinatie van een aantal (natuur)krachten in de atmosfeer van de aarde en “een bewuste subjectieve ervaring van een creatief proces” van diezelfde atmosfeer. Je leest het goed. Het is volgens Sorrentino en Panchetti niet ondenkbaar (zij het nog niet volledig wetenschappelijk bewezen) dat bewustzijn niet alleen voorbehouden is tot ons mensen, maar dat zelfs het leven op aarde bewust is gecreëerd door diezelfde aarde. Some might call that God.
Of het waar is, weet ik niet. Dat het denkbaar is, vind ik veel interessanter. Verandering, ook verandering van denken en doen, gaat over potentieel. Over het zou kunnen in plaats van het is zoals het is. Als we in onze organisaties, en in de veranderingen en vernieuwingen in diezelfde organisaties, niet zomaar iets willen doen, niet ad hoc willen aanlopen achter de waan van de dag, niet klakkeloos betekenisloze werkzaamheden willen doen, maar juist de krachten bundelen die de organisatie rijk is, het optimale halen uit alle kennis, talenten, ideeën en energie van de mensen in de organisatie, dan is het de moeite waard – op z’n minst! – om te filosoferen of er zoiets is als een collectief bewustzijn op het niveau van een organisatie. Misschien wel de organisatie waar jij werkt, overlegt, samenwerkt en creëert.
Wat moet je met deze informatie als je morgen voor de uitdaging staat om draagvlak te creëren voor de gewenste verandering? Of wanneer je reflecteert op het leiderschapscultuur van je organisatie? Dit soort praktische uitdagingen waar je in organisatieverandering mee te maken hebt staan toch op lichtjaren afstand van mijmeringen over de vraag of ons bewustzijn mogelijk een kopie is van een veel groter, veelomvattender bewustzijn?
Nog wel, ja. In een wereld waar we geloven in het nooit bewezen verhaal dat 70% van de organisatieveranderingen mislukt7, wenden we ons veel tot het maximaliseren van controle. Gedetailleerde plannen van aanpak en vooraf beschreven, liefst zo meetbaar mogelijke resultaten en prestatie-indicatoren geven ons het idee dat we alles 100% kunnen regisseren. Met als verzuchting dat de gemiddelde organisatieverandering toch weer niet oplevert wat we vooraf opschreven. Het kunstwerk waar deze aflevering mee begon heeft wat dat betreft een treffende titel: Expansion Field. We moeten onze denkkaders over organisatieverandering oprekken. En niet een beetje. Met twee handen beetpakken en flink laten uitdijen dat veranderuniversum.
Dat de organisatie mogelijk een organisme is met een eigen bewustzijn vind ik te ver gaan. Daarvoor ontbreekt het aan fundamentele natuurkrachten die gewoon hun gang gaan. Het is simpelweg een menselijk construct. Maar dat er door de organisatie heen een breder en collectiever bewustzijn kan zijn die de energie van verandering en vernieuwing sterker voort kan stuwen, meer kan richten op lange termijn voordeel en in het benutten van toekomstpotentieel gebruik kan maken van de historie van de organisatie – ja, dat denk ik wel. Zeker als we ons richten op dat aspect van alle organisaties: het wordt door mensen bevolkt. Mensen met een intrigerend bewustzijn. Een bewustzijn dat collectiever is (of op z’n minst kan zijn) dan we denken. Een bewustzijn dat, wie weet, de mogelijkheid heeft om aan te passen aan wat nodig is door op zes verschillende tempolagen tegelijk te acteren.
De q is van qualia
Als we het geheel – inzet van een collectiever bewustzijn op zes velden tegelijk te schaken – beter willen begrijpen is het goed terug te gaan naar één deel. Want zouden we een ‘plukje bewustzijn’ kunnen definiëren? Het mooie is, dat kunnen we. In de filosofie en psychologie wordt dan gesproken over qualia. Een quale (enkelvoud van qualia, inderdaad) is een zintuigelijke ervaring. Het is een ervaring en “geen emotie, maar een bepaald ‘gevoel’, een niet in woorden uit te drukken sensatie”8. Het zien van de kleur rood, een pijnscheut in je lichaam, het gevoel dat er iets niet in de haak is – allemaal qualia. Verbondenheid voelen, draagvlak ervaren, voorwaartse of creatieve energie die spreekwoordelijk in de lucht hangt – allemaal qualia.
Experimenteel psycholoog, hersenonderzoeker Jacob Jolij, verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen, onderzoekt in zijn boek ‘Wat is bewustzijn nou eigenlijk?’ de mogelijkheid dat bewustzijn een eigen dimensie is. Een fundamentele natuurkracht die er gewoon is. Net als tijd en ruimte is bewustzijn er gewoon. Als dat een eigen plek heeft, noemt Jolij dat het “’Q continuüm’, met de Q van qualia (…) waarin alle mogelijke bewuste ervaringen netjes gerangschikt liggen9”. Simpel gesteld kun je dit moment in de tijd beschrijven op basis van waar je bent (een bepaalde plek in de fysieke ruimte), wanneer dat is (een bepaalde plek in de tijd, bijvoorbeeld 20:16 uur ’s avonds) en de sensatie die je meemaakt (je plek op het Q continuüm).
Waar het gaat om onze uitdaging om in een organisatieverandering op zes verschillende tempolagen tegelijk te schaken lopen we aan tegen de beperkingen van tijd en ruimte: we kunnen onszelf niet in zessen splitsen en tegelijkertijd zes verschillende dingen doen gaat ons vaak ook niet goed af. Met een grote groep – zeg, iedereen die met de betreffende organisatieverandering te maken heeft – tegelijkertijd om meerdere tempolagen acteren, dat is wel mogelijk. Het vraagt wel dat we ons bewustzijn elkaar laten ontmoeten op het Q continuüm. Een uitdaging die niet onoverkomelijk is, want “de bewuste ervaringen in het Q continuüm liggen niet zomaar door elkaar, maar zijn netjes gerangschikt en je zou ze kunnen labelen”10.
Jolij verwijst hier naar een dergelijke qualia ‘bibliotheek’ die in 1999 is gemaakt door Richard Stanley11. Een belangrijk kenmerk van de rangschikking van die qualia ‘bibliotheek’ is het volgende: “Ervaringen die op elkaar lijken, liggen dicht bij elkaar, ervaringen die minder op elkaar lijken, liggen verder weg”12. Met als implicatie dat we op sommige momenten, zoals de start van een oorlog vlakbij de grenzen van Europa of het beleven van een groot sportevenement, meer met elkaar verbonden zijn ongeacht de plek waar we ons bevinden. Ondanks dat we elkaar niet op dezelfde plek ontmoeten, zijn onze bewuste sensaties op dat moment wel verbonden in het Q continuüm. Niet geheel toevallig zijn benoemen we dit soort momenten dan als ons collectieve geheugen.
Stel dat de wereld echt zo werkt als hierboven beschreven staat (een voorbehoud dat ik maak omdat niet alle aspecten van het pleidooi wetenschappelijk geverifieerd zijn of worden met de huidige technologie), dan zit de crux om op zes tempolagen tegelijkertijd te schaken in het linken van de bewuste sensaties. In het aan elkaar knopen van qualia in het Q continuüm. Leuk om dat laatste eens in te brengen tijdens het volgende overleg in het kader van jouw organisatieverandering: “Collega’s, nu we de actielijst hebben gehad moeten we toch echt eens kijken hoe we onze qualia aan elkaar knopen in het Q continuüm”. En toch is dat minder vaag dan het klinkt. Laat ik een voorbeeld geven uit mijn eigen praktijk.
A little bit of magic in the air
In 2012 werkte ik bij KPMG. Het was het einde van het jaar, de tijd waar toen nog Serious Request een happening was die Nederland verbond. Iets wat ik ook op het oog had, samen met enkele collega’s, voor de organisatie waar ik werkte: belachelijk veel geld inzamelen voor Serious Request én de KPMG community verbinden. We vertelden de Raad van Bestuur over ons idee en vroegen geen geld, budget of tijd van hen. We vroegen enthousiasme, commitment en hun steun. De steun gaven ze, met als enige eis dat ze er vooral veel van wilden merken. Dat konden we wel beloven…
Om de daad bij het woord te voegen, hebben we alles op alles gezet om een aantal weken later de actie groots te starten met een borrel. Een borrel op alle KPMG-kantoren. Tegelijkertijd. Met videoverbinding zodat we elkaar konden zien en spreken. Belachelijk veel geld inzamelen voor Serious Request kon alleen worden behaald als we de collega’s zouden verbinden. En iedere actie vanuit ons moest verbinding uitstralen, in alles.
Tijdens de borrel moedigden we iedereen aan samen initiatieven te starten en belachelijk veel geld op te halen. Proost. Op hoop van zegen. Wat de volgende ochtend gebeurde, zal ik nooit vergeten.
Vanuit heel het land bereikte ons een stortvloed aan initiatieven. Drie collega’s die samen zouden hardlopen van Groningen naar Enschede en voor elke kilometer gesponsord werden. Een groep van dertig fietsers die op normale fietsen datzelfde stuk wilden afleggen. Een maand afvallen waarbij iedere kilo weer geld opleverde. Of wat te denken van alle initiatieven die werden geplaatst op de veilingsite die we op onze website hadden gezet. Daar kon je bieden op een squash-clinic van en met collega’s, een rondje meerijden op het circuit Zandvoort met een professioneel racende collega, of deelname aan een motortoertocht met (uiteindelijk) vijftig collega’s. Et cetera, et cetera. Geloof me dat ik een lijst van voorbeelden kan geven die met gemak de komende paar pagina’s kan vullen.
(Een uitgebreide beschrijving van het eerste idee tot aan het overhandigen van de cheque vind in Magic Makers – de kracht van samen veranderen13).
Ik heb het destijds niet als zodanig beseft, maar ik durf met de kennis van nu wel te stellen dat we een heel groot deel van de circa 4.000 collega’s destijds ontmoetten op een paar wezenlijke qualia in het Q continuüm. Het maakte dat er gebeurde waar we in organisatieveranderingen van alle soorten en maten zo naar hunkeren: enthousiasme en energie in plaats van weerstand en gebrek aan draagvlak, samenwerking over de gebruikelijke silo’s heen in plaats van ieder voor zich, vierduizend mensen in beweging vanuit eigen initiatief in plaats reactiviteit en een gebrek aan ondernemerschap.
*
Wat zou je – ja, jij! – kunnen doen om het veranderbewustzijn in jouw organisatie meer op elkaar af te stemmen?
Snelle antwoorden of een paar voorbeelden zijn daarop niet het antwoord.
Laat de vraag een startschot zijn voor het uitproberen van nieuwe manieren van veranderen.
Er is nog tijd
Een serie van De Veranderfilosoof heeft goed en wel bekeken een begin en een eind. Beetje gek waar het over tijd gaat, want de kans bestaat dat tijd (en ruimte) (en wie weet, ook bewustzijn) oneindig is. Nog meer dan de andere twee series voelt de ontdekkingstocht van deze serie als een tocht die met het schrijven van deze laatste zinnen niet per sé een einde kent.
Is er een techniek te bedenken om scherper te zien welke baselines shiften in onze organisaties? Hoe brengen we een timelapse van organisatieverandering in beeld? Kunnen we de eindigheid van meetbare acties overstijgen en (ook) bewegen langs de lijnen van een oneindig verlangen om beter te worden? Welke inzichten gaan er nog schuil als we de zes tempolagen van organisaties en organisatieverandering verder verdiepen? Hoe werken die tempolagen samen? Zou het mogelijk zijn dat er ook qualia zijn in die gigantische bibliotheek van Stanley die we vooral ervaren in de context van organisatieverandering – of sterker nog, die helpend zijn in de context van organisatieverandering – waardoor we daar actief onze veranderaanpak op gaan ontwerpen?
Nemen we voldoende tijd voor verandering? Wat een gekke vraag eigenlijk. Omdat het gaat over eindigheid en oneindigheid. Over een beetje tijd en alle tijd van de wereld. Over hoe we kunnen spelen met tijd en hoe tijd met ons speelt. Daarom, tot slot van deze serie, een frase uit een gedicht van Dichter des Vaderlands Lieke Marsman. Ze was dit jaar in Zomergasten en vertelde daar onder andere over haar omgang met een ongeneeslijke ziekte waardoor haar besef van oneindigheid en eindigheid zo dicht bij elkaar liggen. Daarover schrijft ze in Oneindigheid van tijd en ruimte14:
Gelukkig is verdwijnen onmogelijk
zolang het niets geen grenzen kent:
in wat alles omvat geen plek voor residu.
Oneindigheid van tijd houdt me overeind nu.
Hoe lang de dag ook leek, het was een snipper.
Hoe kort de dag ook lijkt, er is nog tijd.
- https://schakeringen.nl/antony-gormley-exposure/
- https://www.antonygormley.com/works/exhibitions/ground
- https://www.voorlinden.nl/tentoonstelling/antony-gormley/
- Sorrentino, M. & Panighetti, D. (2021). Considerous storms and the origin of life. Essentia Foundation. Hier te lezen: https://www.essentiafoundation.org/conscious-storms-and-the-origin-of-life/reading/
- Sorrentino, M. & Panighetti, D. (2022). Mind may be older than we think. Essentia Foundation. Hier te lezen: https://www.essentiafoundation.org/mind-may-be-older-than-we-think/reading/
- Sorrentino, M. & Panighetti, D. (2022). The Timeless Mind. Essentia Foundation. Hier te lezen: https://www.essentiafoundation.org/the-timeless-mind/reading/
- Ten Have et. al (2016). Reconsidering Change Management Applying Evidence-Based Insights in Change Management Practice. Routlegde, London.
- Jolij, J. (2020). Wat is bewustzijn nou eigenlijk? Een prikkelende zoektocht van neurobiologie tot parapsychologie. Nieuw Amsterdam, Amsterdam.
- Idem
- Idem
- Stanley, R. P. (1999). Qualia space. Journal of Consciousness Studies, 6(1), 49-60.
- Idem [8].
- Wolfs, D. (2015). Magic Makers – de kracht van samen veranderen. Boom Uitgevers, Deventer.
- Marsman, L. (2021). In mijn mand. Uitgeverij Pluim, Amsterdam.