We vinden elkaar wel, maar de kloof blijft bestaan. Dat lijkt de voorlopige conclusie na twee afleveringen in deze serie van De Veranderfilosoof. Omdat we in onze poging om te verbinden juist een kloof creëren met anderen die op hun eigen manier verbinden. Of omdat we onszelf als mens nooit volledig verbinden met een ander, een team, een organisatie of welke gemeenschap dan ook. Alsof er altijd een beetje afstand is. Verbinding een illusie, een droom. Een pakketje schroot met een dun laagje chroom. Of toch niet?

Tot nu toe hebben we ‘het elkaar vinden’ of ‘de verbinding tussen elkaar’ bekeken zoals we het altijd bekijken. In termen van alle neuzen dezelfde kant op. In termen van gezamenlijkheid in denken en doen. Dat is immers waar de lat ligt als er over onderlinge verbinding wordt gesproken in veel organisatieveranderingen. Best wel een benauwde ‘definitie’ van onderling verbonden zijn, nietwaar? Voor je het weet praten we elkaar een beeld aan dat ieder zijn of haar authenticiteit en eigenheid eerst moet opgeven om te verbinden. 


In deze derde aflevering wil ik verbinding gaan bekijken vanuit een ander perspectief. Niet het perspectief van of ik wel verbonden ben met jou, of jij met mij. Maar het perspectief van de verbondenheid op zichzelf. Dat is wat verbinding is, nietwaar? Verbinding beschrijft op z’n kleinst immers bovenal wat er wel is tussen twee (of meer) mensen. Deze derde aflevering gaat dus over het perspectief van verbinding. Of vooral over het perspectief van Verbinding, alsof de verbinding tussen twee dingen of mensen (entiteiten) zelf ook een entiteit is. 


Laat me je meenemen langs drie verhalen. Drie losse verhalen. 
Verbonden in hun pleidooi voor verbinding. 

Geen kloof te groot

“Ga niet vertellen wat ik heb bereikt, maar vertel wat voor band je met me had.”1Dat was Judith haar boodschap voor sprekers op haar uitvaart. Judith Peters is 31 jaar oud geworden. Ze overleed in juni van dit jaar. Als student  rondde ze in 2017 cum laude de master Communicatie en Beïnvloeding af aan de Radboud Universiteit. Judith droomde van een promotieonderzoek over symbolische onsterfelijkheid, oftewel, de blijvende band tussen overledene en nabestaande. “… maar toen kwam de diagnose neurofibromatose type 2, kortweg NF2, een even onvoorspelbare als zeldzame aandoening, waarbij zestig goedaardige tumoren op haar zenuwbaan en in haar hersenen groeiden.”Niet veel later daarna werd bij haar ook baarmoederhalskanker geconstateerd. En nu is ze er niet meer. 


En toch. Voor haar vriend leeft Judith “nog op allerlei manieren voort. Door het fonds dat na haar dood is opgericht, waarmee vervolgonderzoek naar verhalen over verlies mogelijk wordt gemaakt. Maar ook door haar kleren die nog in de kast hangen, een verdwaald berichtje dat nog op haar telefoon binnenkomt, of door wandelingen met haar hondje Koos door de stad. Op de een of andere manier is ze er dan toch nog een beetje, zegt hij. Precies zoals ze concludeerde in haar onderzoek: de dood beëindigt het leven, maar niet de relatie tussen mensen.”3 Verbinding als symbool van de relatie tussen mensen. Met herinneringen en verhalen als rituelen om het symbool te voeden en ‘in leven’ te houden. 

Een grotere kloof om te overbruggen is niet denkbaar. Van het einde naar het oneindige. Van deze wereld naar een andere wereld. Maar als zelfs daar verbinding mogelijk is, voelbaar is, waarom dan zo twijfelen of we elkaar nog wel vinden in het hier en nu? Is het werkelijk zo moeilijk om nader tot elkaar te komen, of zijn we vooral goed in het van elkaar verwijderen omdat we op het werk druk zijn met van alles – behalve het werken aan, beseffen van en/of benoemen van de onderlinge relatie met elkaar?

we zijn onze relaties

Carlo Rovelli is 66 jaar en nog springlevend. In het jaar dat Judith Peters overlijdt, schrijft hij over een (wetenschappelijk) idee dat in essentie niet zover af staat van Judith haar hypothese. Ook Rovelli stelt dat het in het leven ten diepste gaat over relaties. Hij gaat zelfs nog een stapje verder en betoogt dat relaties de sleutel tot het bestaan zijn. Met gevoel voor understatement noemt hij het ‘the big idea’.


Rovelli volgt het spoor van filosofen en wetenschappers die de relationele kwantummechanica onderzoeken en poneert de mogelijkheid dat alles om ons heen feitelijk wordt bepaald door de relatie met iets anders. “Misschien is dit precies wat ‘eigenschappen’ zijn: de effecten van interacties. Een goede wetenschappelijke theorie zou dus niet moeten gaan over hoe de dingen ‘zijn’ of wat ze ‘doen’: het zou moeten gaan over hoe ze elkaar beïnvloeden.”4 In lijn met dit argument zegt Rovelli terecht dat we de wereld beter gaan begrijpen als we haar beschrijven in termen van relaties. Zelfs op het kleinste niveau is dat waar: je gaat jezelf beter begrijpen als je begrijpt hoe je relaties met anderen zijn. Omdat hij het als wetenschapper zuiver in de leer niet 100% kan bewijzen, bekleedt hij zijn stellingen met ‘misschien’ en ‘zou kunnen’. 


Toch denk ik dat we die voorzichtigheid van het argument kunnen halen. Kijk simpelweg maar eens om je heen in jouw organisatie. Je vindt er hoogstwaarschijnlijk voldoende bewijs hoe bepalend relaties zijn voor het succes van de organisatie of een veranderproces in je organisatie. In samenwerking beïnvloeden de ene persoon en de ander persoon elkaar. Om beweging te creëren beïnvloeden vorm en inhoud elkaar. 


Als we het nog een stap concreter willen maken hoef je alleen maar de te kijken naar de cruciale eigenschappen van een team5: effectiviteit, vertrouwen, omgang met conflicten, nemen van eigenaarschap en verantwoordelijkheid en resultaatgerichtheid. Ieder van de aspecten wordt uiteindelijk gemaakt door de relaties tussen teamleden (hoe sterker de onderlinge relatie, hoe beter de omgang met onderlinge ‘conflicten’), of juist de relaties tussen het team en haar omgeving (het resultaat van het team wordt meer dan eens beoordeeld door collega’s, cliënten of klanten). Of wat te denken van die organisaties en teams waar men zo dolgraag wil samenwerken aan het inhoudelijk bespreken van gewenste veranderingen, maar daar niet in slaagt door een gebrek aan onderlinge verbinding en vertrouwen in het team. 


Hoe groot of klein de kloof is maakt niet uit; ten diepste is het de verbondenheid met elkaar die bepalend is voor verandering, vernieuwing, beweging (of al het omgekeerde daarvan) die we willen realiseren. Hoe mooi zou het toch zijn om die verbondenheid zichtbaar te maken. En daar is wellicht een eerste voorbeeld van te vinden in Leeuwarden. Op naar het derde en laatste verhaal in deze aflevering.

133x133

Het was een opmerkelijke verschijning in 2019 in het gemeentehuis in Leeuwarden. Midden in de ontvangsthal stond een vitrine met 133 poppetjes. Wie wel eens contact had gehad met een ambtenaar van de gemeentelijke organisatie zou zomaar eens één van die 133 poppetjes kunnen herkennen. Ze zijn stuk voor stuk in de vitrine geplaatst door kunstenaar Hein de Graaf, zelf ook woonachtig in de Friese hoofdstad. 


Het Huis, heet het werk6. Hein heeft samen met twee stagiaires iedere medewerker van de gemeente Leeuwarden die dat wilde geïnterviewd en gescand (zodat het de replica op een schaal van 1 op 10 door een 3D printer kon worden gemaakt). In de interviews werd telkens gevraagd naar een aantal zaken. Wat is je interesse? Wat is je drive? Wat wil je veranderen aan de organisatie? Wat wil je verbeteren? Op basis van de gesprekken kreeg de persoon, in de vorm van zijn of haar replica, een plek in de vitrine en werd eveneens in verbinding gebracht met collega’s. Uiteindelijk stond en staat zo “iedereen met iedereen in verbinding”7 in Het Huis.


Wat in al zijn simpelheid zo enorm krachtig is aan het kunstwerk van Hein de Graaf is de visualisatie van de intermenselijke verbinding. Daar sta je dan in de vitrine. Vergezeld van een persoonlijk verhaaltje dat je verbindt met jouw collega’s. Het beschrijft de gemeentelijke organisatie – en haar verlangens naar anders en beter – als geen ander. Een soort symbolische verbondenheid (zij het geen onsterfelijke verbondenheid). 


Het roept de vraag op waarom er in organisatieveranderingen toch altijd zo enorm veel aandacht voor de inhoudelijke veranderingen? Want het zijn de mensen die, in onderlinge relatie met elkaar, veranderingen bedenken en vormgeven. Het zijn de mensen wiens onderlinge relatie en verbondenheid met elkaar op de proef worden gesteld als de organisatie of het team in verandering is. Het is de cultuur van de organisatie waar je, door andere interacties en andere manieren van werken met elkaar, beweging wilt brengen in de gewenste veranderingen in je organisatie. 

een nieuwe plek voor verbinding in iedere veranderaanpak

Drie verhalen, verbonden in hun pleidooi voor Verbinding. Omdat verbinding de doe- en denkkracht van een organisatie een gezicht geeft (De Graafs Het Huis). Omdat verbinding vertelt wie ‘we’ zijn en hoe we ‘doen’ (Rovelli’s grote idee). Omdat verbinding zelfs leven en dood kan overstijgen (de symbolische onsterfelijkheid van Peters). 


Geen enkele kloof is dan nog te groot om elkaar (weer) meer te vinden, misschien wel omdat verbinding er altijd is. Hoe klein ook. 


We kunnen toch eigenlijk niet ander stellen dat verbinding (of Verbinding) een onherroepelijk onderdeel moet zijn van het DNA van iedere veranderaanpak. Maar hoe pakken we dat aan? Waar moeten we dan op letten? En is dat überhaupt concreet vorm te geven? Guess we have to find that out in de volgende aflevering van De Veranderfilosoof. 

[wordt vervolgd op 28 oktober]

 

  1. De dood beëindigt het leven, maar niet de relatie tussen mensen, wist deze jonge wetenschapper – postuum Judith Peters (1991 – 2022). De Volkskrant, 24 juli 2022. 
  2. Idem.
  3. Idem.
  4. Rovelli, C. (2022). The big idea: why relationships are the key to existence. The Guardian, 5 september 2022. Ook online te lezen.
  5. Lencioni, P. (2009). De vijf frustraties van teamwork. Hoe zorg je ervoor dat samenwerken leuk blijft. Business Contact, Amsterdam.
  6. Leeuwarden scoort primeur: driedimensionale ambtenaar. Binnenlands Bestuur, 11 juli 2019. 
Hier online te lezen.
  7. Interview op YouTube.
Niets missen van De Veranderfilosoof?