Doen we de goede dingen? Het is een vraag die dwarrelt boven de tijd waarin we leven. Doen we de goede dingen om de aarde niet meer dan twee graden te laten opwarmen? Doen we goede dingen om groeiende ongelijkheid in de samenleving op te lossen? Doen we de goede dingen in de bestrijding van een wereldwijde pandemie die ons telkens weer voor nieuwe uitdagingen stelt?
Doen we de goede dingen? Het is ook één van die fundamentele vragen die in ieder veranderproces worden gesteld. Begrijpelijk. Het is een mooie vraag. Een vraag die richting geeft en waarvan het antwoord je nieuw perspectief geeft op wat je te doen staat. Al kun je het antwoord meer dan eens pas op een veel later moment formuleren dan je de vraag stelt. Om het nog iets ingewikkelder te maken, breiden we de vraag vaak iets uit: doen we de dingen goed of doen we de goede dingen? Of: doe ik goed aan wat ik nu doe? Het maakt eigenlijk niet zoveel uit hoe we de vraag exact stellen. Omdat het, wat mij betreft, niet gaat om ‘de dingen’ die je doet. Of wat ‘goed’ is.
Zo is het ook in het verhaal van Richard McCann.

Filmmaker Nic Askew interviewt hem in A Glimpse of Reality als onderdeel van zijn Soul Biographies serie. Een serie van portretten van bijzondere mensen. Het portret over Richard’s leven is één van de meest beklemmende verhalen van de serie. Als je hem ziet praten, kun je niet anders vermoeden dan dat Richard altijd met dezelfde wijd opengesperde ogen de wereld om hem heen observeert. Alsof het leven hem te veel mooie ervaringen geeft om tegelijkertijd te kunnen behappen. De werkelijkheid is het pijnlijk tegenovergestelde. Gefilmd in zwart-wit, close-up op het gezicht, begint Richard zijn verhaal: “We were living a quite disfunctional life, you know?”
Het is 1975. Richard is dan vijf jaar. Hij leeft met zijn vader, moeder en drie zusjes in Engeland. Richard en z’n drie zusjes kennen een verre van onbezorgde jeugd. Instanties houden het gezin in de gaten, mede als gevolg van een vader die vaak dronken en agressief is. Op een koude morgen aan het eind van oktober om half zes in de ochtend besluiten Richard en z’n zusje in alle vroegte het huis te verlaten. Niet zonder reden. Ze willen hun moeder zoeken. Ze is niet meer thuis gekomen nadat ze de avond daarvoor het huis had verlaten om een avondje uit te gaan. Wilma McCann, 28 jaar, moeder van vier kinderen, zou nooit meer thuiskomen. Ze is op brute wijze vermoord. Na haar zouden nog twaalf andere vrouwen volgen die door Peter Sutcliffe, later bekend als de Yorkshire Ripper, van het leven beroofd werden.
In de jaren die volgen wordt Richard’s leven er niet veel beter op. Drugsgebruik, gevangenisbezoeken en een mislukte zelfmoordpoging samen met zijn oudste zus (die op latere leeftijd alsnog zelfmoord zal plegen). Het zijn dagen, weken en jaren vol nare ervaringen die een gemiddeld persoon in zijn of haar hele leven niet hoopt mee te maken.
Een wereld van verschil
Zo’n dertig jaar later zit deze Richard tegenover Nic Askew zijn camera. In tegenstelling tot wat je zou verwachten, spreekt hier een man die zijn leven ogenschijnlijk op de rit heeft. Richard is vader van een, voor zover we weten, gelukkig gezin. Hij spreekt over zijn ervaringen en levenslessen op grote podia. Terugkijkend op de verschrikkingen die zijn leven voor een groot deel hebben getekend, deelt hij het volgende inzicht: “There’s more to me than the series of events that I went through. There’s my understanding of what they meant. (…) That’s me, that’s who I am. The person I am is the person that’s trying to understand those series of events.” Ik ben meer dan gebeurtenissen die ik meemaak. Wie ik ben wordt bepaald door de betekenis die ik geef – of zo goed en kwaad als het kan probeer te geven – aan de gebeurtenissen die ik meemaak in mijn leven.
De dingen die je meemaakt versus hoe je die dingen ervaart en hoe je daar betekenis aan geeft. Het lijkt op het eerste gezicht misschien een te verwaarlozen onderscheid. Ze maken voor Richard echter een wereld van verschil. Voor Richard McCann is dit onderscheid het verschil tussen een leven waar hij op leek af te stevenen (drugs, (zelf)moorden, psychische stoornissen) en het leven zoals het dat voor hem nu is (familieman, motivational speaker).
Af en toe vind je in deze verhalen de mogelijkheid om af te dwalen. Peter Pannekoek leerde ons in zijn oudejaarsconference van 2021 dat afdwalen belangrijk anders is dan verdwalen. Afdwalen, een zijpaadje nemen. Om daarna hier weer terug te keren. Het geeft je de kans om in een onderdeel van het verhaal te duiken, wat verder te verdiepen en nog meer te ontdekken.
Neem het volledige negen minuten durende interview met Richard McCann. Welke wijsheid brachten de verschrikkelijke gebeurtenissen in zijn leven hem?
Bekijk hier het hele interview. Een ontroerend gesprek met een bijzondere man. Inclusief prachtige vragen die je gegarandeerd aan het denken zetten.
Als we onze organisaties, onze teams of onszelf veranderen komt datzelfde onderscheid terug. Waar steven je op af als je blijft doen wat je doet? Wat is het aanlokkelijke perspectief als je daadwerkelijk nieuw gedrag, nieuwe werkwijzen, nieuwe processen nastreeft? En welke plek is er dan voor de (nog) niet goede dingen die onherroepelijk onderdeel zijn van de weg van A naar B? De vraag die centraal staat – ‘doen we de goede dingen?’ – gaat daarmee wat mij betreft niet zozeer over de vraag wat goed (of kwaad) is. Of over de dingen die je doet. Het gaat over het proces of de wijze hoe we bepalen of iets goed of niet goed is – en wat dát betekent voor de dingen die we doen.
Kijk maar naar Richard: het waren niet de dingen die hem overkwamen die hem antwoord gaven. Daarbij, de dingen die hem overkwamen (de moord op zijn moeder, een gewelddadige vader, zelfmoord van zijn zusje…) zijn met geen enkele mogelijkheid als’ goed’ te bestempelen. Toch is het de wijze hoe hij betekenis geeft aan wat hem is overkomen, wat maakt dat hij weet wat ‘de goede dingen zijn’ en die hem richting geven in vanaf nu ‘de goede dingen doen’.
Want geloof het of niet, Richard McCann vertelt dat hij inmiddels vrede heeft met de gebeurtenissen in zijn verleden. Met de dood van zijn moeder. Met het drankgebruik en het excessieve huiselijke geweld van zijn vader. Hij begrijpt waarom zijn leven is gegaan zoals het is gegaan. Op sommige – spaarzame – momenten begrijpt hij tot welke goede dingen de nare gebeurtenissen hebben geleid.
Deze flitsen van inzicht, die hij glimpses of reality noemt, zetten de onverwachte en verschrikkelijke gebeurtenissen van zijn levensverhaal in een betekenisvol geheel. Hij stopt de verschrikkingen niet weg, maar kijkt ze recht in de ogen: “I think every now and again your instinct, your intuition gets glimpses of what reality is (…) And those glimpses every now and again come about, because, you can’t block it all out. If it is reality.”
Glimpses of reality. Flitsen, flarden van realiteit. Alsof zo’n flard even voorbij schiet en je je best moet doen om het te grijpen. Om het vast te pakken en te zien voor wat het is. Een brok ‘realiteit’, een deeltje van ‘het is zoals het is omdat het is gegaan zoals het is gegaan’.
Wat we zouden zien
Stel je voor dat we in onze organisaties die glimpses of reality zouden zien? Flarden van inzicht die ons laten beseffen wat er daadwerkelijk aan de hand is in de veranderingen en vraagstukken die we met elkaar aanpakken?
We zouden misschien zien dat je langzamerhand verzeild bent geraakt in een organisatie waar de ziel uit is geraakt en dat je met je collega’s het heft in eigen hand moet nemen om dan het tij te keren…
We zouden misschien zien dat de schuld die je aan een ander toeschuift in de samenwerking net zo goed toe te wijzen is aan jou, omdat je elkaar samen gevangenhoudt in een vicieuze cirkel…
We zouden misschien zien dat we onderling meer met elkaar gemeen hebben dan we onszelf vertellen in de eigen teams, afdelingen of regio’s waar we werken…
We zouden misschien zien hoe verdomde lastig het kan zijn om je goede intenties daadwerkelijk in praktijk te brengen en ander (leiderschaps)gedrag te laten zien…
We zouden misschien zien dat het gesprek over een nieuwe structuur maar niet van de grond komt omdat we eerst iets moeten doen aan de cultuur waarin het gesprek over die structuur plaatsvindt…
We zouden misschien zien dat iedereen in het veranderproces afwachtend naar elkaar kijkt en benieuwd is of de ander actie onderneemt, wetende dat je elkaar op die manier tot stilstand staart…
We zouden misschien zien dat we weinig plezier beleven aan het werken in het team omdat we de gesprekken die ons écht verder brengen uit de weg gaan…
Wat zie jij…?
Zo nu en dan komen dit soort glimpses langs om zichzelf kenbaar te maken, of je het nu wilt of niet. Because, “you can’t block it all out, if it is reality”. Stuk voor stuk zijn het inzichten die je meermaals pas na verloop van tijd ziet. Inzichten waarvan ik merk dat we ervan wegkijken omdat de oplossing om de situatie te doorbreken niet voor de hand ligt. Stuk voor stuk zijn het ook inzichten die de sleutel tot een doorbraak in zich hebben. Als je ernaar handelt, kom je echt van A naar B. Omdat je na een glimpse of reality een stuk beter weet wat de goede dingen zijn om te doen.
Wat als we meer bedreven worden om zulke glimpses of reality te zien? Dat we onderscheid kunnen maken tussen wat ons overkomt (en wat we vaak betitelen als ‘de waan van de dag’), hoe we dat begrijpen én hoe we daar vervolgens mee om gaan? Het zou veranderprocessen in organisaties verdiepen, verrijken en toekomstbestendiger maken. Temeer omdat we in onze manier van veranderen in organisaties vaak op zoek gaan naar maximale controle, stabiliteit en voorspelbaarheid. Maar de context die we willen veranderen en vernieuwen is in toenemende mate te volatiel, onvoorspelbaar, complex en ambigu om te voldoen aan die manier van veranderen die we graag willen. Hoe kun je resultaatgerichte verandering organiseren in een omgeving die in toenemende mate complex en onvoorspelbaar is? Hoe doe je dan telkens, of op z’n minst zoveel als mogelijk, de goede dingen?