Vinden we elkaar nog of is de kloof te groot? Na drie afleveringen lijken we te kunnen stellen dat verbinding net zo onherroepelijk is als de kloof, het bestaat bij elkaars gratie, zoals licht en donker. Zij het dat verbinding meer op waarde mag worden geschat in organisatieverandering. Met name om die verandering in beweging te krijgen en het resultaat te verduurzamen, is verbinding een randvoorwaarde. Maar hoe geven we verbinding de plek die het verdient in organisatieverandering, en hoe ziet dat er dan uit?

Waar twee sociaal experimenten van Reddit de rode draad vormden in Buttons en bubbles en The place to be, or not (to be)., wordt Het gezicht van verbinding met Andersheid verbonden door kunstenaar Hein de Graaf. Vorige keer bezochten we Het Huis, een installatie met 133 3D-geprinte replicas van medewerkers van de Gemeente Leeuwarden en hun verbindingen met elkaar. Ditmaal vormt Het DNA van Leeuwarden het startpunt voor het in organisatieverandering tastbaar maken van iets zo ontastbaar als verbinding.

In 2018 was Leeuwarden Culturele Hoofdstad van het Jaar. Een flinke eer. Een fantastische kans voor De Graaf, die als kunstenaar uit de stad de ziel en onderlinge verbinding tussen Leeuwarden haar inwoners wilde vangen. Maar hoe doe je dat? En waar begin je? Nou, met een buisje. Eén buisje dat uiteindelijk leidde tot ruim zestienduizend buisjes. Met het DNA van Leeuwarden daarin. Ja, je leest het goed. De Graaf en zijn team vroegen aan de inwoners van Leeuwarden een beetje van hun DNA te delen. Dat was minder plastisch dan je misschien denkt. 

Het ging als volgt in z’n werk:

Als je mee wilde doen aan dit community art project ontving je een reageerbuisje. In dat buisje kon je iets stoppen wat voor jou belangrijk is. Wat je aan het hart gaat. Wat jou jou maakt. Dat kon van alles zijn. Een foto. Een tekening. Veters. Een stukje van een shirt van de plaatselijke voetbalclub Cambuur. Stenen. Een kaarsje. Je stopte het in het buisje. Half of the job done. Samen met het materialistische werd je namelijk ook gevraagd een verhaal te delen waarin beschreven wordt wat de inhoud van het buisje zegt over jou. De andere helft van het DNA werd dus gevormd door duizenden verhalen die toebehoorden aan al die buisjes. De Graaf noemde het ook wel ‘poëtisch DNA’. 

Het eindresultaat was en is een meterslange glazen wand vol met buisjes waar het DNA van Leeuwarden in besloten ligt. Een kleurrijke verzameling van zestienduizend verhalen. Te bewonderen in Leeuwarden, natuurlijk, maar ook online. Alle verhalen zijn geregistreerd en gekoppeld aan de unieke barcode van de reageerbuisjes, waardoor je op de website ook kunt zoeken naar verhalen met dezelfde emotie, dezelfde kleur of hetzelfde thema (zoals sport). In de fysieke installatie in Leeuwarden lichten de buisjes met zo’n zelfde emotie, kleur of thema op. Om de onderlinge verbinding tussen al die zo individuele verhalen nog maar eens extra zichtbaar te maken. Het is in deze zichtbaarheid van verbinding waar de grootste kracht van dit community art project ligt. Door het zichtbaar maken van de verschillen wordt de verbinding des te vanzelfsprekender.

seven year itch

Door het zichtbaar maken van de verschillen wordt de verbinding des te vanzelfsprekender… het is een constatering die indruist tegen een overtuiging die ik al zeven jaar met mij mee draag: als we elkaar meer vinden in wat ons bindt, bundelen we beter de krachten van onze verschillen. Het belangrijkste woord in die zin? ‘Als’. Áls we elkaar meer vinden in wat ons bindt, bundelen we beter de krachten van onze verschillen. Vaak doen we dat niet, starten we vanuit verschillen en misbruiken we die verschillen als het ons goed uitkomt. Dus moeten we starten vanuit wat ons bindt. Althans, dat is vooralsnog mijn overtuiging. 

Vanuit die overtuiging werk ik met (directie)teams aan het formuleren van de collectieve ambitie, het beschrijven van het gezamenlijke verhaal van de verandering, of het onderzoeken van ‘wat ons bindt’ in de doelen van een organisatieverandering. Het wordt steeds duidelijker dat het succes van dergelijke gesprekken afhangt van hoeveel verbinding er überhaupt is. Oftewel: praten over verbinding zorgt eigenlijk niet per sé voor meer verbinding. Daarvoor zijn andere vormen eigenlijk veel effectiever. Vormen waar het veelal gaat over onderlinge verbinding door meer van jezelf bloot te geven. Zoals het beschrijven waar je voor staat en waar je voor gaat in een persoonlijk statuut, of via diep persoonlijke vragen zoals je die bijvoorbeeld vindt in The Empathy Game. 

In Leeuwarden startte De Graaf natuurlijk ook niet vanuit die vraag. Stel je voor dat hij dat wel had gedaan. Beste Leeuwarders, wat bindt jullie? De kans is groot dat hij tot op de dag van vandaag door Leeuwarden zou struinen op zoek naar een antwoord. Een vraag als deze is lastig te beantwoorden met z’n duizenden. En in de praktijk van organisaties blijkt het dus al net zo vaak zo lastig te benoemen. Al is het maar omdat we heel graag onze verschillen benadrukken. 

Het gevaar van verschillen

Het gevaar van het benadrukken van verschillen mag echter niet over het hoofd worden gezien. Ik zou dat zelf onder woorden kunnen brengen, maar niemand die het zo geestig uitlegt als John Cleese (bekend van Monty Python’s Flying Circus en Fawlty Towers):

“Wat we nooit horen over extremisme zijn de voordelen. Wel nu, het grootste voordeel van extremisme is dat het je zo góéd doet voelen. Want het geeft je een aantal vijanden. Laat me dat uitleggen. Het mooiste aan vijanden hebben, is dat je kunt doen alsof al het slechte in de hele wereld is verzameld in je vijanden – en al het goede in de wereld is verzameld in jou. Aantrekkelijk, nietwaar? 

“Als je dus van nature al veel woede en wrok in je hebt, of als je er van houdt mensen te beledigen, dan kun je beweren dat je dat alleen maar doet omdat die vijanden van jou allemaal zulke in en in slechte mensen zijn! En als zij er niet zouden zijn, je eigenlijk de hele dag buitengewoon goedaardig, rationeel en beleefd zou zijn. Dus als je je goed wilt voelen, wordt een extremist (…) wees zo gemeen als je wilt terwijl je het gevoel hebt dat je gedrag volledig moreel gerechtvaardigd is. 

“Lekker rondstruinen, mensen beledigen, ze vertellen dat je rauw lust – en jezelf wijs maken dat je een ‘kampioen van de waarheid’ bent, een ‘vechter voor het algemeen belang’… and not the rather sad paranoid schizoid that you really are.”

 

De opname van Cleese dateert uit 1987 en als de woorden toen al waar waren, zijn ze op z’n minst profetisch geweest voor hoe het er nu voor staat in de wereld. Of het nu gaat om de politieke schermutselingen in Den Haag of de verdeeldheid in het politieke en maatschappelijke landschap in Amerika, Cleese z’n woorden hebben niets aan zeggingskracht en actualiteit verloren. Zelfs wanneer je de politieke lading van zijn betoog afhaalt, blijft de kern nog ferm overeind voor organisaties: wanneer we teveel onze verschillen benadrukken, blijven we hangen in de overtuiging hoe fantastisch ons eigen persoon, team, cluster, regio of business unit is – en hoe die anderen er toch geen ene snars van begrijpen. Het is deze, vaak alleen in de wandelgangen uitgesproken, overtuiging die maakt dat we onvoldoende verbinding hebben om een fatsoenlijk gesprek te hebben over wat we samen willen bereiken. Je bent tenslotte één organisatie die samen moet, gaat of toch (al is het ergens diep in ieders hart) wil veranderen. 

Maar hoe zit het dan met Het DNA van Leeuwarden? Daar werd toch echt actief gevraagd naar de verschillen. Wat is daar zo anders? Waarom ontaardt het daar niet in een competitief geharrewar tussen al die duizenden verschillen? Omdat er geen belangen op het spel staan? Nee. Volgens mij wordt het verschil tussen de verschillen ergens anders gemaakt. 

Andersheid

Bij het DNA van Leeuwarden lijkt het niet zozeer te gaan over verschillen, maar bovenal over de verbinding die ontstaat tussen de eigenheid van de individuen. Of moet ik zeggen de andersheid van eenieder? 

De andersheid?

Het is een term van schrijver Sylvain Neuvel. Hij noemt het in zijn science-fiction boek Slapende reuzen, dat handelt over een meisje dat op haar nieuwe fietsje in een enorm gat in de aarde valt. Als ze ontwaakt op de bodem van een nagenoeg perfect vierkante kuil, blijkt dat ze in de palm van een gigantische metalen hand ligt. Zeventien jaar later is ze één van de onderzoekers die niet alleen de hand maar inmiddels ook andere lichaamsdelen, verspreid over de aarde, probeert te begrijpen. Het volstrekt originele verhaal, al is het omdat het grotendeels geschreven in de vorm van een interview, leidt ons naar de ontdekking van een vrouwelijke gevechtsrobot die het bewijs lijkt te zijn van buitenaards leven. Het zet twee van de personages in het verhaal aan het denken. Niet zozeer over die gevechtsrobot van vermeend intelligent leven ergens uit het heelal, nee, het zet hen aan het denken over onszelf als mensheid. Het zet hen aan het denken over gezamenlijkheid en andersheid. 

“Ik denk dat dit verandert hoe we naar onszelf kijken. Zo’n verandering kan langzaam en haast onmerkbaar verlopen, maar ze vindt beslist plaats, dat garandeer ik u.”

-“Ik hoop oprecht dat u gelijk heeft. Mijn grootste wens is dat deze discussie voor ons allemaal de andersheid herdefinieert.”

“De andersheid?”

-“Het concept van ‘anders zijn’. Wat ik ben wordt in belangrijke mate bepaald door wat ik niet ben. (…) Als de ander van duizenden lichtjaren ver komt, ben ik gewoon een mens. Door het concept andersheid te herdefiniëren kun je grenzen laten verdwijnen.”

 

Misschien heb ik al die tijd één vertrekpunt over het hoofd gezien

Vinden we elkaar nog, of is de kloof te groot?

We moeten niet vertrekken vanuit wat ons bindt en evenmin moeten we vertrekken vanuit waar we in verschillen. Beiden zeggen namelijk iets over de relatie tussen de een en de ander. De buisjes die de Leeuwarders voor Het DNA van Leeuwarden inleverden zaten stuk voor stuk vol eigenheid én andersheid. Het poëtisch DNA werd zowel bepaald door wat ze wel zijn als door wat ze niet zijn. Sta er maar eens bij stil; ondanks dat ze in hun eigenheid soms verschilden van duizenden andere medebewoners van hun stad, waren ze in hun andersheid allemaal geen inwoners van – pak ‘m beet – Utrecht en daarmee allemaal verbonden als Leeuwarders in Het DNA van Leeuwarden. Met andere woorden: door het concept andersheid te herdefiniëren kun je grenzen laten verdwijnen. Dat gaat een stuk makkelijker als je beseft wat je eigenheid is. Dát is het vertrekpunt.

Vinden we elkaar nog, of is de kloof te groot? Zowel in het groot op het niveau van de samenleving als iets kleiner op het niveau van een organisatie, lijken we vooral steeds meer bedreven in het vergroten van de kloof. Dat gebeurt met name als de verbinding onderling afhangt van het verschil met al die anderen. Die beweging zie je in het (inter)nationale politieke landschap. Die beweging zag je bij de verschillende clans tijdens het Reddit-experiment The Button. En die beweging herken je misschien in jouw organisatie als je jouw team, regio, cluster, business unit of zelfs groep (‘wij als medewerkers’, ‘wij als management’) als de betere acht – op welke manier dan ook – boven al die andere teams, regio’s, cluster, business units of groepen. 

Vinden we elkaar nog, of is de kloof te groot? Als je om je heen kijkt, zowel in het groot op het niveau van de samenleving als iets kleiner op het niveau van een organisatie, zijn er natuurlijk genoeg voorbeelden waaruit blijkt hoezeer we vooral op zoek zijn – misschien wel hunkeren of verlangen! – naar verbinding. Die beweging zag je op het Deense schiereiland Samsø waar burgers en politiek in tien jaar tijd volledig zijn overgestapt op op zelf opgewekte, hernieuwbare energie. Die beweging zag je bij Het Huis (zie Het gezicht van verbinding). En die beweging herken je misschien in jouw organisatie in die momenten en verandering waar je als multidisciplinair team elkaar tot grote(re) hoogte wist te brengen en daadwerkelijk verandering en vernieuwing realiseerde. 

We vinden elkaar als we starten vanuit onze eigenheid. In authenticiteit verbinden, elkaar vinden zonder aan jezelf voorbij te gaan. En als het dan zo is, dat je elkaar nog niet helemaal kunt vinden vraagt het wellicht om de andersheid de herdefiniëren. Om het perspectief wat samen is nog een paar keer te kantelen en te draaien, alsof de onderlinge verbinding een Rubik’s Cube is die je moet oplossen.  

Volgens mij is het niet eens zo hoog gegrepen als we de grote uitdagingen van deze tijd, zoals de klimaat- of de energiecrisis, een stuk beter van nieuwe oplossingen kunnen voorzien door meer bedreven te worden in het herdefiniëren van onze andersheid. Waar grenzen verdwijnen, ontstaat samenwerking en zijn we tot meer in staat dan we nu denken. 

“Zo’n verandering kan langzaam en haast onmerkbaar verlopen, maar ze vindt beslist plaats, dat garandeer ik u.”

Niets missen van De Veranderfilosoof?